Edito van Bety Waknine
Hoe kunnen we de stad meer leefbaar maken met een doordachte gebouwde omgeving en goede stedelijke programma’s? Hoe maken we ze beter bestand tegen klimaatverandering? Die kwesties vormen de kern van de hedendaagse stedelijke uitdagingen en het Brusselse gewest heeft meer dan ooit nood aan een samenhangende, gedeelde visie voor de ontwikkeling van de openbare ruimte.
Als belangrijke speler in de stedelijke ontwikkeling zet Urban zich ten volle in om projecten te ondersteunen die bijdragen aan de kwaliteit van het gewest. Met dat in gedachten blijft onze administratie de thema’s van Be Sustainable integreren in haar stadsvernieuwingsbeleid, met name in de programma’s van de Duurzame Wijkcontracten (DWC’s) en recent ook in de nieuwe programma’s voor As- en Huizenblokcontracten (of “AHC’s”). De thema’s worden toegepast in deze programma’s vanaf de bekendmaking van de oproep tot kandidaatstelling, waardoor partners worden aangemoedigd om een geïntegreerde aanpak van omgevingskwesties te ontwikkelen. Die indicatoren kunnen tijdens de programma’s ook worden opgevolgd door de Facilitator Duurzame Wijken. We dragen momenteel bij aan de herziening van de Be Sustainable-tools en proberen de thema’s zo te positioneren dat we stadsprojecten kunnen ontwikkelen die steeds beter aansluiten bij de klimaatuitdagingen.
Als antwoord op de stedelijke uitdagingen waar ons stadsgewest vandaag de dag voor staat, heeft Urban ook het Draaiboek Openbare Ruimte ontwikkeld, een praktische gids waarin die principes zijn opgenomen en die concrete ondersteuning biedt bij het ontwerp van generieke openbare ruimte. Het doel van dat draaiboek is om de ontwikkelingsprioriteiten voor verschillende soorten publieke ruimte te verduidelijken en om een referentiekader te bieden voor de autoriteiten die betrokken zijn bij de ontwikkeling van de openbare ruimte, in overeenstemming met de gewestelijke doelstellingen.
Tegelijkertijd met die initiatieven heeft de Brusselse regering besloten om een nieuwe regelgeving in te voeren die het planningskader dat van toepassing is in het gewest ingrijpend zal veranderen. De nieuwe gewestelijke stedenbouwkundige verordening (GSV), die op 7 maart in tweede lezing is goedgekeurd, brengt belangrijke inhoudelijke en vormelijke wijzigingen aan in de geldende regelgeving en verwoordt de wens om de natuur in de stad de plaats te geven die haar toekomt, om zachte mobiliteit aan te moedigen en zo een betere leefomgeving te bieden, om de gevolgen van de klimaatverandering tegen te gaan, om de doelstelling van circulariteit in de bebouwde omgeving te bereiken en om inrichtingspraktijken te laten evolueren zodat ze inclusiever worden en voldoen aan de eis van universele toegankelijkheid.
De regels zijn innovatief en ambitieus, maar flexibel waar nodig, met als uitgangspunt dat het te bereiken doel of resultaat belangrijker is dan de gedetailleerde – en vaak meervoudige – middelen om het te behalen. Die benadering van de GSV is in de eerste plaats bedoeld om ervoor te zorgen dat projecten niet verstrikt raken in een normatief keurslijf dat snel achterhaald zou zijn, en om de tekst gelijke tred te laten houden met de technische ontwikkelingen die kenmerkend zijn voor onze tijd.
De hervorming introduceert een paradigmaverschuiving die de vergunningverlenende overheid in het middelpunt van het beslissingsproces plaatst en haar in staat stelt haar beoordelingsvrijheid volledig uit te oefenen in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in de GSV. Die principes zijn gebaseerd op de aanbevelingen van het platform Be Sustainable en zijn bedoeld om de veerkracht van stadsprojecten van morgen te versterken, voor een nog mooier en duurzamer gewest.
Bety Waknine (Directeur Generaal, Urban.brussels)